Parachutespringen risicovol, leereffect onzeker
22-04-2022 De Inspectie Veiligheid Defensie roept Defensie op de veiligheidsrisico’s van grensverleggende activiteiten – in het bijzonder parachutespringen – inzichtelijk te maken. Deze activiteiten zijn bedoeld om de stressbestendigheid en het incasseringsvermogen van militairen te vergroten. De inspectie vraagt Defensie ook te beoordelen in hoeverre deze doelstellingen worden behaald en of zij opwegen tegen de risico’s. Dit schrijft de inspectie in haar onderzoek naar het overlijden van een 22-jarige militair tijdens civiel parachutespringen in de zomer van 2019.
“De Inspectie Veiligheid Defensie is kritisch op parachutespringen als grensverleggende activiteit. Omdat de veiligheidsrisico’s bij parachutespringen significant zijn, moet het belang van de leerwinst aantoonbaar groot zijn. De inspectie heeft het beoogde vormende effect niet kunnen vaststellen”, aldus Inspecteur-Generaal Veiligheid Wim Bargerbos.
Militair dodelijk verongelukt
Deze conclusies volgen uit een onderzoek naar een ongeval in de zomer 2019 tijdens een parachutespringopleiding bij een civiel bedrijf. In het kader van grensverleggende activiteiten maakten militairen van een infanterie-eenheid van de landmacht parachutesprongen, waarbij een van hen dodelijk verongelukte. Het onderzoek van de inspectie naar het ongeluk bracht geen tekortkomingen aan de parachute of onderdelen ervan aan het licht. Vast staat dat de hoofdparachute van het slachtoffer niet goed is opengegaan, nadat hij in een onstabiele houding aan zijn sprong begon. Dit had de fatale afloop tot gevolg.
Verantwoordelijk voor een veilige werk- en leeromgeving
Defensie voert parachutespringen als grensverleggende activiteit niet zelf uit, maar besteedt het uit aan civiele springscholen. Dat ontslaat Defensie niet van haar werkgeversverantwoordelijkheid voor de veiligheid van haar personeel, aldus de inspectie. De commandant die opdracht geeft een grensverleggende activiteit te gaan doen, moet zich er vooraf van vergewissen dat de veiligheid van aangeboden opleidingen in overeenstemming is met de normen die Defensie zelf hanteert. Hij heeft hier echter de kennis niet voor. De paraschool van Defensie heeft die deskundigheid wel, maar bemoeit zich alleen met militair parachutespringen, niet met grensverleggende activiteiten. Een commandant moet de risico’s in kaart brengen en de beoogde opbrengsten van de activiteit afwegen tegen mogelijke ongewenste gevolgen voor de deelnemers. De inspectie heeft het vormende effect van deze grensverleggende activiteit niet kunnen vaststellen. Zij concludeert daarnaast dat Defensie de risico’s niet inzichtelijk heeft gemaakt.