05-01-2020 Aanpassingen in het opleidingsbeleid van de Koninklijke Landmacht in 2017 maken het mogelijk dat militairen zonder of met beperkte ervaring aan oefeningen kunnen deelnemen. Hierdoor neemt de kans op fouten toe. Dit risico is onvoldoende onderkend, zo wijst onderzoek van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) uit. De IVD beveelt Defensie daarom aan bij de vier operationele commando’s na te gaan of de veiligheidsrisico’s bij aanpassingen van het opleidingsbeleid in kaart zijn gebracht en, zo ja, of er zo nodig maatregelen zijn getroffen.
De aanleiding voor het onderzoek was een aanrijding tussen een Nederlands Fennek-pantserwielvoertuig en een Unimog-voertuig van de Duitse Bundeswehr. Het ongeluk gebeurde tijdens een oefening in het duister op een militair oefenterrein in Duitsland in november 2018. Alle zes inzittenden van de Fennek en de Unimog raakten daarbij gewond, van wie de beide chauffeurs ernstig. De inspectie heeft vastgesteld dat de bemanningsleden van de Fennek wel de benodigde rijopleidingen voor het voertuig achter de rug hadden, maar dat zij door een gebrek aan tijd en capaciteit hun vaardigheden niet of nauwelijks hebben kunnen trainen. Daardoor was de bemanning onvoldoende voorbereid op haar taken tijdens de oefening.
Aangepast opleidingsbeleid
Het opleidingsbeleid van de landmacht is in 2017 aangepast om de inzetbaarheid van eenheden op niveau te kunnen houden. De aanpassing verruimt de mogelijkheden van commandanten om ook minder of zelfs onervaren personeel aan oefeningen van eenheden te laten deelnemen. Commandanten worden geacht daarbij de veiligheidsrisico’s te beoordelen en af te wegen tegen het belang van de oefening. Zij hebben echter niet altijd het benodigde inzicht in de opleiding en getraindheid van nieuw binnenstromend personeel. Dat was in de bewuste oefening het geval. Commandanten zijn evenmin altijd voldoende toegerust om de risico’s te identificeren en te beoordelen en om geschikte maatregelen te nemen. Het veranderde opleidingsbeleid zorgt op deze manier voor een nieuw risico waarmee het veilig oefenen onder druk komt te staan.